Leo Geers - bariton
De Nederlandse bariton Leo Geers begon zijn zangstudie in 1978 bij Marius van Altena aan het Brabants Conservatorium in Tilburg, waar hij in 1983 zijn solisten- en docentendiploma met onderscheiding behaalde.
Hij zette zijn studie voort bij Cora Canne Meijer aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam, waar hij zijn operaopleiding kreeg. Tevens studeerde hij aan hetzelfde instituut voor de akte Uitvoerend Musicus. Hij behaalde de respectieve diploma's in 1986 en 1988.
Leo Geers heeft als solist een omvangrijke concertpraktijk; Hij trad in Nederland op met nagenoeg alle beroepsorkesten en in gerenommeerde concertzalen, waaronder het Concertgebouw Amsterdam, Muziekcentrum Vredenburg Utrecht en De Doelen Rotterdam. Hij zong onder dirigenten als Edo de Waart, Simon Rattle, Hartmut Haenchen en Henry Lewis.
Leo Geers geeft naast talloze liedrecitals veelvuldig zijn solistische medewerking aan oratoriumuitvoeringen. Zo trad hij op in Bach's Mattheus- en Johannes Passion, het Weihnachtsoratorium, Brahms' Ein Deutsches Requiem, Stabat Mater van Dvořak, Stabat Mater van Rossini, Requiem van Mozart, Fauré en Duruflé, alsmede Carl Orff's Carmina Burana.
Ook op het gebied van opera is Leo Geers geen onbekende; zo vertolkte hij o.a. rollen als: 'Valentin' uit Faust en 'Mercutio' uit Romeo et Juliette van Gounod, 'Escamillo' uit Carmen en 'Ben' uit The Telephone van Menotti.
Bij de Nederlandse Opera, waaraan hij als vaste medewerker verbonden is, was hij solistisch te horen in o.a. Ariane et Berbe-Bleue, Idomeneo, Samson et Dahlilah, Pelléas et Mélisande en Wozzeck.
Leo Geers werkte mee aan talloze radio-, televisie- en Cd-opnamen en is actief zowel in Nederland als buiten onze landsgrenzen
Leo Geers zong als solist bij “De Roostenzangers” op 27 april 1997 in werken van Saint-Saëns en Gershwin en op 24 juni 2001 in een uitvoering van "Elverskud" van N.W. Gade.