Project "Van Luther naar Bach"
Roostenzangers belichten het muzikale erfgoed van Luthers Reformatie
Op zaterdag 24 februari 2018 geven wij een bijzonder concert rond Luther's muzikale erfgoed. Dit concert heeft plaats in de Johanneskerk, Mercuriuslaan 1B, 5632 EE Eindhoven. Het concert begint om 20.00 uur.
Medewerkenden
Aan dit concert werken mee Kathelijn van Dongen (sopraan), Maarten van den Hoven (tenor), Raoul Reimersdal (bas), een begeleidings-ensemble met eerste violiste Ruth Walpot en pianist Rob van Heck op orgel. Het geheel staat onder leiding van dirigent Jos Thomassen.
Aanleiding concert
Op 31 oktober 1517, aan de vooravond van het Allerheiligenfeest op 1 november, spijkerde Martin Luther zijn 95 stellingen aan de deur van de slotkapel te Wittenberg. Dit wordt gezien als het symbolische begin van de Reformatie. De reformatie heeft niet enkel religieusmaatschappelijke betekenis maar is ook zeer duidelijk muzikaal van belang. De invloed van Luther op de ontwikkeling van de protestants-christelijke muziek is niet te onderschatten. Zonder Luther zijn Schütz en Bach ondenkbaar. In dit concert wordt het muzikale erfgoed van Luthers reformatie belicht. Dit concert stond oorspronkelijk gepland voor zaterdag 28 oktober 2017, maar moest door onvoorziene omstandigheden uitgesteld worden.
Thematiek van het concert
Het hoofdthema zal uiteraard zijn: de prachtige muziek die uit de reformatie voortgekomen is. Daarbij zal naar voren gebracht worden hoezeer de geest van Luther in Bach’s muzikale scheppen aanwezig is. Beide genieën deelden een fascinatie voor de dood en het toekomstig leven. De werken van het concert zullen inhoudelijk / theologisch verbonden worden door vertrouwen op God, reflectie op de dood en vooruitblik op een eeuwig leven. Het laatste inhoudelijk aspect, de vooruitblik op het eeuwige leven, sluit aan bij Luthers visie op de muziek. Luther beschouwde muziek op aarde niet enkel als een afspiegeling van de musica coelesta uit de makrokosmos (waarin de goddelijke harmonie bewaard is gebleven), maar ook als de voorsmaak van de muziek die gelovigen na de dood in de hemel zullen smaken; “alle gelovigen zullen dan samen met de goede geesten en engelen een hemelse cantorij vormen” (uitspraak van Johann Walther, Luthers vriend en muzikale medewerker).
Programma
Deze programmering belooft een mooi concert met kwalitatief zeer hoogstaande muziek.
Toelichting programma onderdelen
Lied ‘Ein feste Burg ist unser Gott’ M. Luther / zetting L. Osiander
Bij Luther kwam de muziek onmiddellijk na de theologie. Hij was op muzikaal gebied zeer
actief en wilde liederen inzetten om de reformatie te verspreiden en voor de lutherse kerk een
eigen muziekcultuur creëren. Muziek, vooral met de stem, was volgens Luther bij uitstek de
manier om het evangelie te verkondigen De reformatie onder Luther was een zing-beweging. Het
samen zingen vormde een verbindend element tussen alle rangen en standen. Luther bewerkte
gregoriaanse melodieën tot kerkliederen; daarnaast schreef hij ook een aantal eigen
melodieën. Om de liederen geschikt te maken voor volkszang vertaalde hij alle
Latijnse teksten in het Duits. Het Luther-lied bij uitstek is ‘Ein feste Burg ist unser Gott’; op
Reformationstag eindigt vrijwel elke Lutherse viering of herdenking met deze melodie. Het
concert begint met deze melodie.
Onder Luthers volgelingen waren veel ‘Kapellmeister’ die de Lutherse teksten en melodieën
gebruikten voor meerstemmige composities. Luther’s melodie wordt afgewisseld met de
‘kantionalzetting’ van Lukas Osiander, waarbij de 4 stemmen parallel dezelfde tekst zingen.
Motet ‘Ein feste Burg ist unser Gott’ TWV 8:7 G.Ph. Telemann
De koraalmelodie werd gebruikt als basis voor polyfone composities met een complex
stemmenweefsel, zoals in het motet van Telemann.
Motet ‘Die mit Tränen säen’ SWV 378 H. Schütz
De grootste componist in de Lutherse traditie vóór de komst van Bach was organist,
componist en ensembleleider Heinrich Schütz. Deze leidde op 31 oktober 1617 in Dresden de
herdenking op de 100ste Reformationstag. Voor die gelegenheid zette hij een aantal
psalmvertalingen van Luther op muziek, uitgegeven in zijn eerste boek ‘Psalmen Davids’
(Dresden, 1619). Na de dood van Gabrieli was Schütz van Venetië naar zijn land
teruggekeerd en verwerkte daar zijn muzikale indrukken. Daarbij was het meerkorige
musiceren zeer belangrijk, hetgeen in de tussen 1615 en 1619 ontstane Psalmen Davids
weerspiegeld wordt. Het motet ‘Die mit Tränen säen’, gebaseerd op Psalm 126, 5-6, wijst
vooruit naar de oogst van het eeuwig leven. In plaats van de psalmversie uit 1619 (SWV 42)
is in dit concert gekozen voor de vijfstemmige versie uit de ‘Geistliche Chormusik’ (1648).
Motet ‘Jesu, meine Freude’ BWV 227 J.S. Bach
Weer een kleine honderd jaar na Schütz kwam het absolute hoogtepunt van de Lutherse
muziek in de persoon van J.S. Bach. Zijn beroemd koraalmotet ‘Jesu, meine Freude’ is gebaseerd
op het koraal van Johann Crüger en verzen uit de brief van Paulus aan de Romeinen. Delen uit dit
motet klonken voor het eerst bij een begrafenis in Leipzig en zijn mogelijk voor die gelegenheid
gecomponeerd. Het motet is een bezinning op de dood; het werk is spiegelsymmetrisch
opgebouwd, met centraal in het midden de fuga “Ihr aber seid nicht fleischlich, sondern
geistlich”. De koraal tekst “Gottes Lamm, mein Bräutigam”, een verwijzing naar het Hooglied,
impliceert het verlangen naar mystieke vereniging van de gelovige zielen met
Jezus.
Kantate ‘Wachet auf, ruft uns die Stimme’ BWV 140 J.S. Bach
Deze koraalcantate is gebaseerd op het gelijknamige lied van Philipp Nicolai, voor het eerst
gepubliceerd in zijn ‘Freudenspiegel des ewigen Lebens’ (1599). Dit koraal geldt als de ‘koning
van de kerkliederen’.
Het koraal is gebaseerd op Matteus 25, 1-13 en wordt beschouwd als een uitwerking van en
verwijzing naar het Hooglied en Psalm 45 (profetie van Jezus als bruidegom). Het Hooglied
wordt hierbij opgevat als allegorie van de liefde tussen Jezus [de bruidegom] en de
(gemeenschap van de) gelovige zielen [de bruid]. Het is een vooruitblik naar het eeuwige
leven “waar bruidegom en bruid in ware liefde verenigd zullen worden”.
Choralkantate ‘Verleih uns Frieden, gnädiglich‘ F. Mendelssohn
In het begin van de 19de eeuw was de grote Bach in vergetelheid geraakt; Felix Mendelssohn
haalde zijn muziek onder het stof vandaan. In 1829 gaf hij met groot succes een uitvoering
van de Matthäus-Passion, de eerste uitvoering van dit werk sinds het overlijden van Bach
(1750). Hiermee werd Bach onder de aandacht van het publiek gebracht; de waardering voor
zijn werk zou vanaf dat moment blijven groeien. Mendelssohn bewees verdere eer aan Bach
door zich te bekwamen in Bach’s compositietechnieken en zelf koraalbewerkingen te
schrijven. Het concert wordt afgesloten met zijn bewerking van een lied op tekst van Luther,
dat vaak als vredeswens aan het eind van een Lutherse kerkdienst gezongen wordt.
(Deze pagina is laatst bijgewerkt op 18 januari 2018)